Kerk van Nieuwdorp Kerk van Nieuwdorp
Bethelkerk in Nieuwdorp

Inmiddels is het weer een paar jaar geleden dat we herdachten, dat 100 jaar geleden, het toen nieuwe gebouw door onze opa’s en oma’s in gebruik werd genomen. Dat was in 1918. Bij die herdenking behoorde een jubileumboek en daar heeft Jan Polderdijk voor gezorgd. Ik zal proberen om de hoogtepunten op één bladzijde weer te geven. Het zou logisch zijn om daarbij het jaar 1918 als startpunt te nemen, maar een stukje voorgeschiedenis er bij  kan veel verklaren.

In de eerste helft van de 19e eeuw was Nieuwdorp samen met ‘s Heerenhoek één kerkelijke gemeente. Het kerkgebouw stond in ’s Heerenhoek. De Nieuwdorpers liepen op zondag één of twee keer heen en weer. De gereformeerde kerk aan de Ring was er nog niet en er was ook nog geen katholieke kerk in ’s Heerenhoek. Na Napoleon vond de nieuwe overheid, onder leiding van Willem 1, eenheid zeer belangrijk. Ook op kerkelijk gebied wilde men geen gedoe. Dat er katholieken waren, nou ja, daar viel niets meer aan te doen. Maar bij de protestanten, met hun voortdurende interpretatieverschillen, kon men nog bijsturen dacht men. Er kwam dan ook een staatskerk voor alle protestanten. Afsplitsing zou worden tegengegaan, maar de praktijk was weerbarstig. Nieuwdorp was één van de eerste plaatsen in Nederland waar de gereformeerden zich afsplitsten. Zij kregen vergunning voor de bouw van een kerk en in 1841 stond die er. In 1874 werd in ’s Heerenhoek de katholieke kerk gebouwd en er kwam al snel een school bij. Een kleine volksverhuizing was het gevolg. ’s Heerenhoek werd een overwegend katholiek dorp.
Het kerkgebouw van de hervormden, de nieuwe naam na afsplitsing van de gereformeerden, bleef vooralsnog in ’s Heerenhoek, maar het overgrote deel van de kerkgangers woonde in Nieuwdorp. Na enkele jaren van touwtrekken werd besloten om ook in Nieuwdorp een kerk te bouwen. Dat werd de Bethelkerk die in 1918 in gebruik werd genomen. Heel belangrijk bij de totstandkoming van het kerkgebouw waren de gebroeders Dominicus. Eén van hen was eigenaar van de grond en had daar een boomgaard. Toentertijd was TBC nog een levensbedreigende ziekte. Frisse lucht zou de patiënten goed doen. Daarom kuurden die buiten in een houten tentje. Een zoon van Dominicus had ook TBC en zijn tentje stond in die boomgaard. Hij heeft het niet gehaald en is overleden. Een drama dat voor Dominicus aanleiding was om zijn grond te schenken aan het kerkbestuur onder de voorwaarde dat de preekstoel zou komen te staan op de plaats waar het tentje stond. Vandaar dat de kerk zover naar achteren opschoof.
Bij de keuze van de architect mocht het blijkbaar wel wat kosten, want niemand minder dan architect van der Kloot Meyburg werd gevraagd om het ontwerp te maken en de bouw te begeleiden. Het werk zelf werd gegund aan aannemersbedrijf Dronkers, de laagste inschrijver, voor een bedrag van 24.224 gulden. Het werd een kwalitatief degelijk gebouw. In de loop der jaren is er maar weinig aan gewijzigd. Zelfs de oorspronkelijke banken, die zijn gemaakt door H. Steenblok, staan er nog.



Het orgel werd geleverd door orgelbouwer Standaart en veel later nog eens gerestaureerd door de firma Nijsse.
Met de bouw van de pastorie moest men nog even wachten en sparen, maar 10 jaar later stond die er ook. De pastorie is inmiddels geen eigendom meer van de kerk.
Ik vind het heel opmerkelijk dat de bouw van de kerk zowel werd opgestart als afgerond tijdens de eerste wereldoorlog. Heel de wereld stond in brand en in Nieuwdorp bouwden ze een kerk. Of onze voorouders hadden een onbegrensd vertrouwen in de goede afloop of men had nauwelijks oog voor wat zich buiten de vertrouwde omgeving afspeelde.
Aan het eind van de tweede wereldoorlog in 1944, bij de beschieting door de Duitsers, werd vooral de toren beschadigd. Trouwens wel interessant om te weten is, dat er tijdens die oorlogsjaren nog drie onderduikers in de kelder van het gebouw zaten. Op de keldermuur staat nog een ingekleurde tekening van Adri van Wijngen, één van die onderduikers. De datering staat er onder nl. 13-1-1943.



In de ramen zijn de namen gegraveerd van de in het betreffende jaar overleden leden. Daarmee is men in 2008 begonnen.
De afsplitsing van de gereformeerden in 1836 heeft destijds aan beide zijden veel pijn gedaan. Inmiddels zijn de hervormden en gereformeerden weer samen. De scheidslijn is weg. Gelukkig maar. Het gebouw aan de Ring staat er nog wel, maar het is nu een wooncomplex.

En ja, nu wordt de Bethelkerk verkocht aan de burgerlijke gemeente die er een dorpshuis van gaat maken. Het buitenaanzicht blijft behouden. Er is afgesproken dat ze voorzichtig om zullen gaan met de preekstoel en de ramen. De verkoop overigens is nog niet helemaal rond. Er is nog een belangrijke ontbindende voorwaarde. De gemeente moet wel het geld hebben om de plannen te kunnen realiseren. Tijdens de verbouwing zullen we moeten uitwijken naar de noodkerk in het bevrijdingsmuseum. We zijn welkom heeft de familie Traas gezegd. Na de verbouwing kunnen we weer terug. Nog 10 jaar mogen we gebruik maken van ons oude gebouw. “Om niet”, zo staat er in het contract.
Overigens, de aanduiding van het gebouw als Bethelkerk is pas van de laatste jaren. We hadden hier op het dorp drie kerken en die werden, in oorspronkelijk Nieuwedurps, als volgt onderscheiden: de hervormde kerke, de griffemeerde kerke en ‘toudgriffemeerde kerkje.

Bethelkerk, we zijn van je gaan houden!!  Al meer dan 100 jaar horen we je klokken elke keer voor aanvang van een kerkdienst. Die klokken luiden ook bij belangrijke gebeurtenissen zoals bij een huwelijk en bij het afscheid van een geliefde.

Adri Rottier

 
terug